Bovenop de actualiteit met onze mailing.
Heeft u vragen naar aanleiding van de besproken onderwerpen of suggesties voor verbetering van de nieuwsbrief? Wij nodigen u van harte uit deze met ons te delen.
‘Kan een werknemer thuiswerken afdwingen?’
Kan een werknemer thuiswerken afdwingen? Na een half jaar kan een werknemer op grond van de Wet flexibel werken een verzoek daartoe indienen. Het gaat dan om verzoek tot aanpassing van de arbeidsplaats. De werkgever hoeft een dergelijk verzoek slechts te overwegen, hetgeen tot een eenvoudige afwijzing kan leiden. Zie ons eerdere artikel over de Wet flexibel werken. Er bestaat voor de werknemer echter ook nog een andere route. Die is als volgt.
In de arbeidsovereenkomst wordt vaak de plaats genoemd waar het werk moet worden verricht. Voor zover die niet expliciet is genoemd, kan de plaats op grond van uitleg van de overeenkomst (bedoeling) worden vastgesteld of via het criterium van het verworven recht. De wetgever verplicht de werkgever opgave te doen aan de werknemer van de plaats waar het werk wordt verricht. Veelal gebeurt dat ook. De plaats waar het werk moet worden verricht zal normaliter de plek zijn waar het bedrijf is gevestigd. Als de werknemer daarin verandering wil aanbrengen (geheel of gedeeltelijk thuiswerken) dan doet hij een voorstel (aanbod) tot een wijziging van de arbeidsovereenkomst. De werkgever zal daarmee moeten instemmen (aanvaarden) om die wijziging te effectueren (rechtsgevolg).
‘De werknemer zal bij het afwijzen van zijn aanbod tot gedeeltelijk thuiswerken een succesvol beroep kunnen doen op goed werkgeverschap’
Wanneer de werkgever zijn instemming verleent, heeft de werknemer zijn doel bereikt, maar wat als die wordt geweigerd? Kan de werknemer die wijziging afdwingen?
In de arbeidsovereenkomst kan een eenzijdig wijzigingsbeding staan, maar die is bedoeld voor wijzigingen van de zijde van de werkgever. De werknemer zal bij het afwijzen van zijn aanbod tot gedeeltelijk thuiswerken echter een succesvol beroep kunnen doen op de verplichting tot goed werkgeverschap. Goed werkgeverschap houdt in dat de werkgever naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet handelen. Tot die maatstaven behoren de belangen van de werknemer alsook die van de werkgever. Nog niet zo lang geleden (op 21 februari jl.) heeft de Hoge Raad zich in de zogenoemde Victoria-beschikking) uitgelaten over de maatstaf die geldt voor het (moeten) instemmen met een voorstel van de werknemer tot wijziging van de arbeidsovereenkomst. Die maatstaf luidt als volgt.
Of de werkgever moet instemmen met een voorstel tot wijziging van de werknemer is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, waaronder:
1) de aard (karakter) en inhoud van de overeengekomen werkzaamheden,
2) de aan het voorstel ten grondslag liggende omstandigheden (aanleiding) en
3) de omstandigheden binnen het bedrijf van werkgever.
Als die maatstaf op het voorstel tot thuiswerken wordt toegepast, dan geldt dat een werkgever het voorstel tot gedeeltelijk thuiswerken als goed werkgever in veel gevallen zal moeten aanvaarden. Immers:
1) kantoorwerk laat thuiswerken heel goed toe (aard en inhoud van de werkzaamheden),
2) de aanleiding voor het thuiswerken is de gezondheid van de werknemer (en zijn collega’s) – thuiswerken voorkomt besmetting en verspreiding van het coronavirus, voorkomt onnodige stress (filerijden) en leidt tot een betere work-life balance (productiviteit?) -, en
3) het zal moeilijk zijn bedrijfsargumenten te vinden tegen het gedeeltelijk thuiswerken. De thuiswerkplek is eenvoudig in te richten tegen geringe kosten.
Volledig thuiswerken lijkt echter voor elke werknemer en elk bedrijf onwenselijk, omdat daardoor de verbinding met het bedrijf (cultuur, collega’s, doelstelling etc.) verloren gaat.
Gepubliceerd op 17 juli 2020 door Fiorens