Bovenop de actualiteit met onze mailing.
Heeft u vragen naar aanleiding van de besproken onderwerpen of suggesties voor verbetering van de nieuwsbrief? Wij nodigen u van harte uit deze met ons te delen.
Werknemers kunnen een verzoek indienen bij hun werkgever om hun arbeidsduur te verminderen of te vermeerderen. Die mogelijkheid staat in de Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) en is nu uitgebreid. Werknemers kunnen binnenkort ook een verzoek indienen om hun werktijden aan te passen en om op een andere plaats te werken dan zij tot nu toe deden, bijvoorbeeld thuis. Een werkgever mag die verzoeken niet zomaar weigeren.
De nieuwe mogelijkheden van de werknemer zijn onderdeel van het op 16 april 2015 door de Eerste Kamer aangenomen wetsvoorstel “flexibel werken”, ook wel Wet flexibel werken (Wfw) genoemd. Daarmee wordt de Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) aangepast.
Eerder dit jaar beschreven wij in het artikel Aanpassing arbeidsduur gemakkelijker al dat werknemers vanaf 1 januari 2015 één keer per jaar een verzoek mogen indienen voor een wijziging van hun contractuele arbeidsduur. Voor die tijd was dat één keer per twee jaar. De bedoeling van deze aanpassing is dat werknemers onder meer zorgtaken en werk gemakkelijker kunnen combineren omdat zij flexibeler hun arbeidsduur kunnen bepalen. Dit is slechts een eerste stap gebleken in de wens van de wetgever om flexibel werken (zoals thuiswerken) te stimuleren.
De meest in het oog springende wijziging is dus dat werknemers niet alleen kunnen verzoeken om aanpassing van hun arbeidsduur, maar ook van hun werktijden en van de arbeidsplaats. Net als bij verzoeken tot aanpassing van de arbeidsduur geldt voor verzoeken tot aanpassing van de werktijden dat de werkgever deze in beginsel zal moeten honoreren, tenzij “zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten”.
Wat zijn “zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten”? De wet geeft daar gedeeltelijk een antwoord op. Daar is in ieder geval sprake van
– bij vermindering van arbeidsduur: als die vermindering leidt tot ernstige problemen
a. voor de bedrijfsvoering bij de herbezetting van de vrijgekomen uren;
b. op het gebied van veiligheid, of
c. van roostertechnische aard.
– bij vermeerdering van arbeidsduur: als die vermeerdering leidt tot ernstige problemen
a. van financiële of organisatorische aard;
b. wegens het niet voorhanden zijn van voldoende werk, of
c. omdat de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting daartoe ontoereikend is.
– bij aanpassing van de werktijden: als die aanpassing leidt tot ernstige problemen
a. op het gebied van veiligheid
b. van roostertechnische aard, of
c. van financiële of organisatorische aard.
Voor verzoeken tot aanpassing van de arbeidsplaats geldt bovengenoemd (zware) criterium niet, maar stelt de nieuwe wet wel dat de werkgever het verzoek moet overwegen en met de werknemer overleg moet plegen als de werkgever het verzoek niet honoreert.
Voor elk aanpassingsverzoek geldt dat wanneer de werkgever deze afwijst, zij dat onder schriftelijke opgave van redenen zal moeten doen.
Verder wijzigt met de nieuwe wet dat werknemers verzoeken tot aanpassing van hun arbeidsduur, werktijd en arbeidsplaats nu al mogen doen als zij pas een half jaar in dienst zijn. Dat was voor verzoeken tot aanpassing van de arbeidsduur tot nu toe één jaar. Ook moet het verzoek worden gedaan binnen twee maanden voor het beoogde tijdstip van ingang van de wijziging. Dat was vier maanden.
Bovengenoemde aanpassingen in de Wet aanpassing arbeidsduur zijn aangenomen door de Eerste Kamer en worden dus opgenomen in de wet zodra publicatie in het Staatsblad heeft plaatsgevonden. Dat zal heel snel het geval zijn.
Gepubliceerd op 12 mei 2015 door Fiorens