De actualiteiten en maatregelen rond het coronavirus volgen elkaar in razendsnel tempo op. Een belangrijke ontwikkeling betreft de afschaffing van de regeling Werktijdverkorting en de introductie van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). Hieronder de hoofdlijnen van deze noodmaatregel, die nu nog in detail wordt uitgewerkt, aangevuld met een aantal praktische andere aandachtspunten bij thuiswerkende medewerkers

 

Noodmaatregelen

 

1. De Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) vervangt sinds 17 maart jl. de regeling Werktijdverkorting. Het gaat om een tegemoetkoming in de loonkosten tot maximaal 90% van de loonsom (afhankelijk van het omzetverlies) voor de duur van maximaal drie maanden met een optie tot verlenging van nog eens drie maanden. De eisen zijn een stuk soepeler – de ondernemer dient enkel aannemelijk te maken dat hij 20% of meer omzetverlies verwacht (vanaf 1 maart jl.) – en wordt direct toegekend in de vorm van een voorschot van 80% van de gevraagde tekortkoming. De aanvraag moet worden ingediend bij het UWV, die ook de uitkering verzorgt. Voorwaarde voor de uitkering is (vanzelfsprekend) dat de ondernemer zijn personeel niet ontslaat.

2. Na de eerdere opmerking van minister Wiebes waaruit werd opgemaakt dat de zzp-ers in de kou zouden blijven staan, is er toch ook (terecht) een regeling opgezet ter ondersteuning van deze groep arbeidskrachten. Dit is de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers. Zzp-ers kunnen bij de gemeente van hun woonplaats een aanvraag indienen voor aanvullende inkomensondersteuning ten behoeve van hun levensonderhoud voor de periode van 3 maanden. Ook hiervoor geldt een eenvoudige toets, waarbij niet meer wordt gekeken naar het vermogen of naar het inkomen van de partner. De inkomensondersteuning is bovendien een gift. Daarnaast is het voor de zzp-er mogelijk van de gemeente een lening te ontvangen tegen een verlaagd rentepercentage. Komende week (25 maart) worden meer details verwacht.

“De inkomensondersteuning aan zzp-ers is een gift”.

 

3. Ondernemers, ook zzp-ers, kunnen uitstel vragen voor het betalen van de omzet-, loon-, inkomsten- en vennootschapsbelasting. Dit uitstel wordt per direct gehonoreerd. Eventuele verzuimboetes wegens het niet tijdig betalen van aanslagen (betreffende deze belastingen) hoeven niet te worden betaald. De invorderingsrente wordt tijdelijk verlaagd van 4% naar bijna 0% (namelijk 0,01%).

4. De ondernemers die behoefte hebben aan extra krediet (waaronder bankgaranties) maar niet aan de voorwaarden voldoen, kunnen gebruik maken van de verruiming regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO). Deze regeling verstrekt 50% garantie (aan de banken) op bankleningen en bankgaranties. Zowel het MKB als de grotere ondernemingen kunnen hier gebruik van maken.

5. Het kabinet steunt de maatregel van Qredits, een kredietverstrekker aan kleine ondernemers die niet in aanmerking komen voor een banklening, inhoudende dat deze ondernemers de aflossing van hun krediet kunnen uitstellen voor de periode van zes maanden. Tevens wordt de (vertragings)rente naar 2% verlaagd. De steun van het kabinet bedraagt maximaal 6 miljoen euro.

6. Het kabinet heeft ook besloten borg te staan voor werkkapitaal-kredieten van land- en tuinbouwbedrijven in het kader van de bestaande regeling Borgstelling MKB Landbouwkredieten (BL).

7. Verder heeft het kabinet nog een aantal andere maatregelen in petto ter ondersteuning van het bedrijfsleven in deze corona-crisis. Wij verwijzen u daarvoor – en ook voor meer informatie over de bovengenoemde maatregelen – naar de betreffende website van de rijksoverheid.

 

En verder…

 

Thuiswerken; veilige werkplek

 

De overheid heeft kenbaar gemaakt dat het valt aan te bevelen zoveel mogelijk contact te vermijden, afstand in acht te nemen en dientengevolge dat het verstandig is voor zoveel mogelijk thuis te werken. U als werkgever dient ervoor te zorgen dat het thuiswerken mogelijk is, tenzij de aard van de werkzaamheden zich daartegen verzetten natuurlijk (brandweer, vuilnisophaaldienst, ziekenhuis etc.). Dit betekent dat u als werkgever het nodige materiaal en de benodigde services dient aan te schaffen en te verstrekken (bijvoorbeeld: bureaustoel, laptop, headset, webcam, internet). Het materiaal blijft natuurlijk wel eigendom van werkgever en de werknemer blijft de opdrachtgever van de diensten.

“De Arbeidsomstandighedenwet is ook van toepassing op de thuiswerkplek.”

 

En hoewel de meeste werkgevers in deze tijd ook wel andere dingen aan hun hoofd hebben, is het goed te weten dat ook voor het thuiswerk geldt dat de werkgever verantwoordelijk is voor de veiligheid van de werkplek. De Arbeidsomstandighedenwet is ook van toepassing op de thuiswerkplek en de werkgever heeft te dien aanzien ook instructiebevoegdheid, ondanks dat het thuiswerken zich in het privédomein van de werknemer afspeelt. Loopt de werknemer aldus thuis letsel op (bijvoorbeeld rugklachten of rsi-klachten) bij de uitvoering van zijn werkzaamheden dan bent u, werkgever, daarvoor aansprakelijk, tenzij u kunt aantonen dat u heeft voldaan aan uw plicht voor een veilige werkplek te zorgen.

 

Gedeeltelijk thuiswerken en gedeeltelijk opvangen van de kinderen

 

De situatie doet zich thans ook veelvuldig voor dat de medewerker niet het volledig aantal overeengekomen uren per week kan werken, omdat hij ook, al dan niet samen met zijn partner, thuis voor zijn kinderen moet zorgen. De kinderen dienen immers thuis te blijven nu de scholen zijn gesloten.

Moet u als werkgever het loon van de werknemer volledig blijven betalen, ook al wordt niet het volledig afgesproken aantal uur gewerkt? Het antwoord luidt negatief. Zullen de eerste paar dagen nog als calamiteitenverlof kunnen worden aangemerkt, waarvoor geldt dat de werkgever het loon volledig moet blijven voldoen, voor de periode daarna ligt dit anders. Dan geldt geen arbeid geen loon, omdat de oorzaak van het niet verrichten van werk in redelijkheid niet voor rekening van werkgever dient te komen. Er is namelijk werk, dat werk kan thuis worden verricht – dit is wel een voorwaarde – maar het niet verrichten daarvan komt doordat de werknemer zijn kinderen moet opvangen. Natuurlijk kunt u ervoor kiezen – als die mogelijkheid er is – om vrijwillig wél (deels) door te betalen.

Het is natuurlijk mogelijk dat de werknemer zijn opgebouwde maar niet genoten aantal vakantie-uren (inclusief ADV-, ATV- of ‘tijd voor tijd’-regeling) inzet voor het aantal uur dat hij niet kan werken als gevolg van het opvangen van of zorgen voor de kinderen.

Indien de werknemer te maken heeft met een ziek kind kan hij over een periode van 12 maanden maximaal twee weken kortdurend zorgverlof opnemen, waarbij geldt dat de werkgever 70% loon is verschuldigd. Dit is meer indien in de arbeidsovereenkomst, het arbeidsvoorwaardenreglement of cao anders is afgesproken.

Als het om een gezond kind gaat dat jonger dan 8 jaar is dan zou de werknemer ouderschapsverlof kunnen aanvragen, maar daarvoor geldt dat dit voor eigen rekening geschiedt (eveneens: indien in de arbeidsovereenkomst, het arbeidsvoorwaardenreglement of de cao niet anders is afgesproken).

 

Deel deze publicatie via
Terug naar het overzicht