Bovenop de actualiteit met onze mailing.
Heeft u vragen naar aanleiding van de besproken onderwerpen of suggesties voor verbetering van de nieuwsbrief? Wij nodigen u van harte uit deze met ons te delen.
2023 ligt inmiddels achter ons, goede voornemens doen opnieuw hun intreden en allerlei regels veranderen per 1 januari 2024. Welke wijzigingen brengt 2024 op het gebied van arbeidsrecht?
Het STAP-budget wordt stopgezet als gevolg van bezuinigingsmaatregelen uit de Voorjaarsnota 2023. Met het STAP-budget konden werkenden en werkzoekenden een vergoeding van €1.000,- aanvragen voor scholing en ontwikkeling. Er resteert echter nog een gedeelte van het oorspronkelijke budget. Bijna de helft van dit bedrag, namelijk €74 miljoen, wordt nu ingezet om tijdelijk de SLIM-regeling (Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen) te verhogen in de periode 2024-2027.
21 jaar en ouder: vast minimumuurloon
Op 1 januari 2024 is de Wet invoering minimumuurloon in werking getreden, waardoor het verplicht is om werknemers van 21 jaar en ouder ten minste het wettelijk minimumuurloon te betalen. Daarmee verdwijnen de vaste minimum maand-, week- en daglonen. Het minimumuurloon komt voor werknemers van 21 jaar en ouder per 1 januari 2024 uit op €13,27 bruto, wat een stijging van 3,75% ten opzichte van 2023 betekent. Het minimumuurloon wordt elk half jaar geïndexeerd.
Jonger dan 21: aangepaste minimumjeugdlonen
Werknemers jonger dan 21 jaar behouden vanaf 1 januari 2024 aangepaste minimumjeugdlonen per uur, gebaseerd op het ‘oude’ minimummaandloon bij een 36-urige werkweek. Dit resulteert in een hoger loon voor werknemers met een minimumloon die meer dan 36 uur per week werken in 2024.
Voor veel bedrijven en/of cao’s betekent de invoering van het minimumuurloon dat de salarisschalen moeten worden aangepast.
Het besluit om de 30%-regeling af te bouwen heeft veel aandacht in de media gekregen vanwege de negatieve gevolgen voor met name de kennisintensieve sectoren. De impact ervan is significant. Vanaf 1 januari 2024 zijn er twee belangrijke veranderingen:
Er is echter een mogelijkheid dat de afbouwregeling wordt herzien vanwege een in de Eerste Kamer aangenomen motie, waarin de regering wordt verzocht de evaluatie van de 30%-regeling eerder uit te voeren. Het Belastingplan 2025 moet dan een alternatief bevatten met minder negatieve gevolgen voor de economie.
In de tussentijd is het voor ondernemingen met werknemers die gebruikmaken van de 30%-regeling van belang om goed te rekenen, en daarbij de duur van de tewerkstelling in de gaten te houden.
De begin 2023 in werking getreden Wet bescherming klokkenluiders gold al voor werkgevers met ten minste 250, maar per 1 januari 2024 is deze wet ook van toepassing op werkgevers met 50 of meer werknemers. Het betreft zowel werkgevers die actief zijn in het publieke domein als werkgevers in het private domein. Wel is de inwerkingtreden nog maar gedeeltelijk voltooid, want de sanctiemogelijkheden van het Huis voor Klokkenluiders en de wijze van anonieme melding moeten nog verder worden uitgewerkt in een door de regering te nemen Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB).
Het is voor ondernemingen met ten minste 50 werknemers zaak om kennis te nemen van de Wet bescherming klokkenluiders, en eventueel een klokkenluidersregeling op te (laten) stellen.
Eerder publiceerden wij een stukje over de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Als gevolg van deze wet wordt per 1 januari 2024 de toetredingsleeftijd voor pensioenopbouw verlaagd van 21 naar 18 jaar. Pensioenregelingen die nog uitgaan van een toetredingsleeftijd van 21 jaar, moeten dan ook worden aangepast.
Voor de jaren 2024 t/m 2027 is de AOW-leeftijd vastgesteld op 67 jaar. In 2028 zal de pensioenleeftijd worden vastgesteld op 67 jaar en drie maanden. De regering heeft bekendgemaakt dat de AOW-leeftijd in 2029 ongewijzigd blijft, zodat ook voor dat jaar de AOW-leeftijd op 67 jaar en drie maanden blijft.
Op 24 maart 2023 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat Deliveroo-bezorgers werknemers zijn, en dus geen zzp’ers. De beoordeling van een arbeidsrelatie hangt af van alle omstandigheden, waarbij de verplichting tot persoonlijke uitvoering slechts één element is. Deze holistische benadering maakt door de Belastingdienst gebruikte modelovereenkomsten, gebaseerd op vrije vervanging, onbruikbaar. Daarom heeft de Belastingdienst per 1 januari 2024 de goedkeuring van deze modellen ingetrokken. Partijen die deze modellen gebruikten, moesten vóór 1 januari 2024 de arbeidsrelatie opnieuw beoordelen.
Ook in 2024 worden weer een aantal bedragen met een arbeidsrechtelijk belang (omhoog) aangepast:
Voor 2024 zit nog een aantal wijzigingen in het vat die op de agenda staan voor politieke behandeling. Daarover zullen we u later informeren in een apart artikel.