Zoals bekend geldt met ingang van 1 januari 2015 een ‘aanzeggingsverplichting’. Deze verplichting houdt in dat een werkgever uiterlijk een maand voor het einde van een overeenkomst voor bepaalde tijd (van zes maanden of langer) aan de medewerker moet laten weten of de arbeidsovereenkomst wordt verlengd of niet.

Sommige werkgevers hebben deze aanzegging alvast in de tekst van hun (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten opgenomen, om te voorkomen dat de aanzegging vergeten wordt en er een boete moet worden betaald. De kantonrechter te Utrecht heeft recent geoordeeld dat deze “aanzegging bij voorbaat” is toegestaan.

In de betreffende zaak (ECLI:NL:RBMNE:2015:3201) ging het om een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die al vóór 1 januari 2015 was gesloten en waarbij voor de werkgever op grond van de toepasselijke CAO een aanzegverplichting gold. De werkgever had daarom in de arbeidsovereenkomst de volgende tekst opgenomen:

“1.2 De dienstbetrekking is aangegaan voor bepaalde tijd, en eindigt van rechtswege, zonder dat daarvoor opzegging of enige andere handeling vereist zal zijn, op 31 december 2014.

1.3 Conform de bepaling in art. 17.3 van de CAO Groothandel in Levensmiddelen wordt Werknemer reeds nu de verlangde duidelijkheid verstrekt, dat het dienstverband conform de overeengekomen datum in artikel 1.2 wordt beëindigd.”

In deze zaak stelde de werknemer dat de aanzegging bij voorbaat zoals opgenomen in artikel 1.3 van zijn arbeidsovereenkomst nietig, dan wel vernietigbaar was. De kantonrechter meende van niet en verwees daarbij naar de aanzegverplichting die per 1 januari 2015 geldt op grond van het bepaalde in artikel 7:668 BW. De kantonrechter oordeelde:

“Ook in het geval artikel 7:668 (nieuw) BW van toepassing zou zijn, zou het oordeel van de kantonrechter niet anders zijn, nu er geen sprake zou zijn van strijd met een dwingende wetsbepaling die strekt ter bescherming van één der partijen (de werknemer) bij een meerzijdige rechtshandeling.”

Kortom, een aanzegging bij voorbaat is dus mogelijk. Daarmee wordt voorkomen dat er onverhoopt een aanzegboete moeten worden betaald. Een mogelijk risico van zo’n aanzegging bij voorbaat is wel dat de medewerker voor het einde van de overeenkomst al opzegt om ergens anders aan de slag te gaan.

In geval er geen aanzegging is opgenomen in de arbeidsovereenkomst geldt als standaardregel dat de werkgever uiterlijk een maand voor het einde van een overeenkomst voor bepaalde tijd aan de medewerker moet laten weten of de arbeidsovereenkomst wordt verlengd of niet. Om ervoor te zorgen dat de aanzegging tijdig gebeurt, raden wij aan om goed te agenderen wanneer welke contracten aflopen en wanneer dus uiterlijk moet worden aangezegd.

Deel deze publicatie via
Terug naar het overzicht