Bovenop de actualiteit met onze mailing.
Heeft u vragen naar aanleiding van de besproken onderwerpen of suggesties voor verbetering van de nieuwsbrief? Wij nodigen u van harte uit deze met ons te delen.
Met de komst van de Wet werk en zekerheid (WWZ) krijgen we er nieuwe wettelijke vergoedingen bij. Een voor de praktijk heel belangrijke is de transitievergoeding, die per 1 juli 2015 in beeld komt. Vanaf dat moment is de werkgever de wettelijke transitievergoeding verschuldigd als een arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd en op initiatief van de werkgever wordt beëindigd of niet wordt verlengd.
In de berekening van de hoogte van de transitievergoeding wordt onder meer het loon van de werknemer als component betrokken. Maar wat valt er dan precies onder dat begrip “loon” in dit verband? Tellen dan dezelfde loonbestanddelen mee als nu op basis van de kantonrechtersformule of gaat het alleen om het kale bruto maandsalaris?
De regering verschaft een antwoord op deze vragen in het nieuwe “Besluit Loonbegrip Vergoeding Aanzegtermijn en Transitievergoeding” (Staatsblad 2014, 538) en de “Regeling looncomponenten en arbeidsduur” (Staatscourant 2014, nr. 36823). Dit Besluit en deze Regeling zijn op de valreep nog eind 2014 gepubliceerd.
Op basis van dit Besluit en Regeling tellen voor de berekening van de transitievergoeding de volgende elementen mee:
1/12de van het vakantiegeld waar de werknemer binnen 12 maanden recht op zou hebben bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst;
1/12de van de vaste eindejaarsuitkering waar de werknemer binnen 12 maanden recht op zou hebben bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst;
1/12de van de overeengekomen vaste looncomponenten in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst. Onder vaste looncomponenten worden verstaan componenten die niet afhankelijk zijn van het functioneren of de prestaties van de werknemer of het resultaat van de onderneming. Als vaste looncomponenten zijn aangewezen de ploegentoeslag en de overwerkvergoeding. Of deze structureel zijn, is daarbij niet van belang.
1/36ste van de overeengekomen variabele looncomponenten in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt. Onder variabele looncomponenten worden verstaan componenten die afhankelijk zijn het resultaat van de onderneming en/of de prestaties van de werknemer. Als variabele looncomponenten zijn aangewezen bonussen, winstuitkeringen en eindejaarsuitkeringen.
Als de arbeidsovereenkomst korter heeft geduurd dan 12 maanden maar er is toch een transitievergoeding verschuldigd (dat kan als er sprake is van opvolgend werkgeverschap), dan wel korter dan 36 maanden vindt de berekening van bovenstaande looncomponenten naar rato plaats. Heeft het contract bijvoorbeeld maar 24 maanden geduurd, dan telt 1/24ste mee van de overeengekomen variabele looncomponenten die tijdens de duur van het contract zijn uitgekeerd.
Let op, niet overeengekomen variabele looncomponenten, zoals bijvoorbeeld een gratificatie, tellen niet mee.
Perioden waarin de werknemer met een wisselende arbeidsduur niet heeft gewerkt vanwege verlof, staking of ziekte, tellen niet mee voor de berekening van de wisselende arbeidsduur. Het wel meetellen van deze periodes zou namelijk (kunnen) leiden tot een lagere vergoeding. Als daardoor tijdens de normale berekeningsperiode van 12 maanden een periode van een maand of langer buiten beschouwing blijft, wordt de periode van 12 maanden verlengd met de duur van de periode die buiten beschouwing blijft. Deze periode wordt naar beneden afgerond op hele maanden. Is dit niet mogelijk omdat het contract niet lang genoeg geduurd heeft, dan vindt berekening naar rato plaats.
Op welke manier de nieuwe vergoedingen uit de WWZ precies hun plek gaan krijgen in de arbeidsrechtpraktijk zullen we moeten afwachten, maar de regering heeft nu in ieder geval duidelijkheid gegeven over de berekeningswijze van de vergoedingen, waaronder de transitievergoeding.
Gepubliceerd op 05 januari 2015 door Fiorens