Staatssecretaris Wiebes (Financiën) doet maar weer eens een poging om opdrachtgevers in tientallen sectoren en honderdduizenden individuele zzp’ers tot kalmte te manen over de Wet DBA. Ditmaal doet hij dat door het versturen van een brief met nadere toelichting. Als bij controle achteraf blijkt dat er geen sprake is van een zzp-constructie maar een dienstverband waarover loonheffing verschuldigd was, zal de Belastingdienst geen naheffingen en correcties opleggen.

Handhaving van de wet DBA is opgeschort tot – in elk geval – 1 januari 2018. Veel was nog onduidelijk over de voorwaarden waaraan de relatie opdrachtgever-zzp’er moet voldoen om niet als dienstverband te worden beschouwd. Wiebes benoemt in zijn brief dat sinds de afschaffing van de VAR de regels voor het bepalen of sprake is van een loondienstverband niet zijn veranderd. Wel is veel zichtbaarder geworden wanneer er volgens deze regels sprake is van loondienst, aldus Wiebes.

De arbeidswetgeving wordt nu opnieuw onder de loep genomen door overheid en sociale partners. Wiebes vermeldt dat het kabinet nu gaat onderzoeken hoe de criteria die belangrijk zijn bij het bepalen of er sprake is van loondienst concreter of anders ingevuld kunnen worden. De resultaten wil Wiebes bekendmaken nog voor het volgende regeerakkoord wordt gesloten.

Handhaving van de Wet DBA is in ieder geval niet aan de orde tot volgend jaar, “tenzij de Belastingdienst een partij als kwaadwillend ziet”. Concreet betekent dat geen naheffing, boetes of correctieverplichtingen wanneer de Belastingdienst achteraf concludeert dat er sprake is van een dienstverband. Wiebes zegt: “In dat opzicht kunnen opdrachtgevers dus met een gerust hart zaken doen met zzp’ers.” Wordt er vanaf volgend jaar gehandhaafd, dan zal dat niet gelden voor de periode tussen 1 mei 2016 en 1 januari 2018.

Wiebes benoemt opnieuw wie de Belastingdienst als kwaadwillend beschouwt, dat is: “de opdrachtgever of opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking […]”.

Tot slot volgt uit het bericht van Wiebes dat het in dit stadium niet nodig is om modelovereenkomsten voor te leggen aan de Belastingdienst, maar zulke overeenkomsten worden op verzoek wel beoordeeld.

To be continued!

Deel deze publicatie via
Terug naar het overzicht