- De ketenregeling wijzigt: tijdelijke contracten zijn mogelijk mits maximaal 3 contracten in 2 jaar, een tussenperiode van minimaal 6 maanden onderbreekt de keten (dus: 3x2x6 in plaats van 3x3x3).
- De werknemer heeft een bedenktijd van 14 dagen bij beëindiging met wederzijds goedvinden (vaststellingsovereenkomst) en instemming werknemer met beëindiging.
- De ontslaggrond (de reden voor het ontslag) wordt bepalend voor de ontslagroute (kantonrechter of UWV).
- Mogelijkheid tot beroep door de werkgever indien UWV geen toestemming heeft gegeven voor ontslag (naar kantonrechter, eventueel nog in hoger beroep).
- Opzegverbod tijdens ziekte verhindert beëindiging arbeidsovereenkomst vanwege bedrijfseconomische redenen (zieke werknemer kan dus niet worden ontslagen in reorganisatie).
- Werknemer moet binnen 2 maanden na ontslag op staande voet procedure tot herstel van arbeidsovereenkomst instellen, kan niet meer via “vernietigingsbrief”.
- Werknemer kan na ontslagtoestemming van UWV herstel van arbeidsovereenkomst verzoeken bij kantonrechter.
- Tegen beslissing van de kantonrechter op een ontbindingsverzoek kan, binnen 3 maanden, hoger beroep (en daarna cassatie) worden ingesteld.
- In plaats van dagvaardingsprocedures zal er geprocedeerd worden in verzoekschriftprocedures, waarbij dus andere procedureregels gelden.
- In een ontbindingsprocedure kunnen ook andere geschilpunten (zoals discussie over overuren of concurrentiebeding) aan de orde worden gesteld, niet alleen de beëindiging van het dienstverband.
- De werknemer krijgt bij ontslag aanspraak op een transitievergoeding, de nieuwe wettelijke vergoeding die in de plaats komt van de kantonrechtersformule en kennelijk onredelijk ontslagvergoeding.
- Naast aanspraak op transitievergoeding is er – bij uitzondering – de mogelijkheid tot toewijzen van een “billijke vergoeding” door de kantonrechter.
