Evaluatie flexibele arbeidsverhoudingen onder de WWZ

Per 1 januari 2015 is een aantal maatregelen in werking getreden op het terrein van flexibele arbeid, zoals de invoering van de aanzegtermijn bij tijdelijke contracten en de beperking van een concurrentiebeding in een tijdelijk contract. Per 1 juli 2015 is vervolgens onder meer de gewijzigde ketenbepaling in werking getreden, die het aangaan van tijdelijke contracten beperkt. Deze maatregelen zijn ingevoerd met als doel om een nieuw evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt te bereiken. Bij brief van 27 november jl. heeft minister Asscher een eerste evaluatie opgesteld om te bezien of dit doel ook daadwerkelijk wordt bereikt. Minister Asscher geeft zijn eerste indruk van de invoering van de wet aan de hand van praktijkervaringen en rechtspraak. Hieronder staan de eerste bevindingen aan de hand van die evaluatie.

Slim aanzeggen; hoe doe je dat?

Vanaf 1 januari 2015 is de aanzegverplichting ingevoerd. Op basis daarvan moet een werkgever iedere arbeidsovereenkomst die is aangegaan voor bepaalde tijd van minimaal 6 maanden ‘aanzeggen’. Dat betekent dat een werkgever ten minste een maand voordat de tijdelijke arbeidsovereenkomst afloopt aan de werknemer moet mededelen of hij van plan is de arbeidsovereenkomst te verlengen of niet. Dat is in alle gevallen aan de orde, dus zowel als de werkgever voornemens is de arbeidsovereenkomst te verlengen, als wanneer de werkgever voornemens is met de werknemer te stoppen. Maar hoe kun je slim aanzeggen?

Wat wordt verstaan onder loon in de berekening van de transitievergoeding?

Met de komst van de Wet werk en zekerheid (WWZ) krijgen we er nieuwe wettelijke vergoedingen bij. Een voor de praktijk heel belangrijke is de transitievergoeding, die per 1 juli 2015 in beeld komt. Vanaf dat moment is de werkgever de wettelijke transitievergoeding verschuldigd als een arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd en op initiatief van de werkgever wordt beëindigd of niet wordt verlengd.