Met de komst van de Wet werk en zekerheid (WWZ) krijgen we er wat nieuwe vergoedingen bij. Eén daarvan is de vergoeding voor de niet (juist) in acht genomen aanzegtermijn die geldt vanaf 1 januari 2015.
De berekening van de hoogte van die vergoeding of “boete” is gebaseerd op het loon van de werknemer. Maar wat valt er dan precies onder het begrip “loon” in dit verband? Tellen dan dezelfde loonbestanddelen mee als nu op basis van de kantonrechtersformule of gaat het bijvoorbeeld alleen om het kale bruto maandsalaris?
De regering verschaft een antwoord op deze vragen in het nieuwe “Besluit Loonbegrip Vergoeding Aanzegtermijn en Transitievergoeding” (Staatsblad 2014, 538) en de “Regeling looncomponenten en arbeidsduur” (Staatscourant 2014, nr. 36823). Dit Besluit en deze Regeling zijn op de valreep nog eind 2014 gepubliceerd.
Per 1 januari 2015 geldt de verplichte aanzegtermijn. Als de werkgever de werknemer niet uiterlijk een maand voor het aflopen van diens tijdelijke contract informeert of het contract verlengd wordt of niet, dan moet deze de werknemer een vergoeding betalen gelijk aan het loon voor één maand. Is de werkgever te laat, dan wordt de vergoeding vastgesteld naar rato van de termijnoverschrijding.
Voor deze vergoeding geldt als loon: het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Periodes van (gedeeltelijke) afwezigheid bijvoorbeeld in verband met ouderschapsverlof of ziekte bij een vaste overeengekomen arbeidsduur zijn niet van invloed. De overeengekomen arbeidsduur wijzigt immers niet.
Is er sprake van een wisselend arbeidspatroon, bijvoorbeeld bij oproep- of min/max-contracten, dan wordt het loon berekend over het gemiddelde in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van het contract. Duurde het contract korter dan 12 maanden, dan wordt het gemiddelde berekend over slechts de duur van het contract. Dezelfde berekeningsperiode geldt als er sprake is van stukloon of provisie.
Bij de vergoeding voor de aanzegtermijn worden in het bruto uurloon géén andere looncomponenten meegenomen. Dat betekent dat alle overige loonbestanddelen, zoals bijvoorbeeld vakantiegeld, eindejaarsuitkering, overwerk- of ploegentoeslag, winstdeling en dergelijke allemaal niet meetellen. Het gaat hier om puur het ‘kale’ uurloon of stukloon, eventueel te verhogen met ontvangen provisie.
Als de werkgever weliswaar aanzegt maar te laat aanzegt, dan moet deze de te betalen vergoeding naar rato betalen en dan geldt de volgende berekeningswijze: als de werkgever 2 dagen te laat aanzegt en telt de maand 31 dagen, dan is de vergoeding 2/31ste van het maandloon. Telt de maand 28 dagen, dan is de vergoeding 2/28ste van een maandloon. Bepalend is de laatste maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst.
Gepubliceerd op 05 januari 2015 door